zaterdag 17 maart 2012

Defensie Nederland en Noorwegen gaan intensiever samenwerken

Hr. Ms. Rotterdam in Noorse wateren: foto ministerie van Defensie
Minister Hans Hillen (Defensie) heeft met zijn Noorse ambtsgenoot Espen Barth Eide in het kader van “Smart Defence” overlegd over verdere militaire coöperatie. Ze brachten afgelopen week een bezoek aan de oefening Cold Response die in Noorwegen wordt gehouden.

Dat heeft het ministerie van Defensie donderdag gemeld. De bewindslieden spraken onder meer over AWACS-vluchten, de JSF en samenwerking tussen mariniers.

AWACS-vluchten
Een van de uitkomsten van het overleg is dat Noorwegen, op verzoek van minister Hillen, de mogelijkheid onderzoekt om een deel van de AWACS-vluchten uit te voeren vanaf Noorse vliegbases.

De patrouillevliegtuigen van het type AWACS vliegen op dit ogenblik voornamelijk vanaf de basis Geilenkirchen in Duitsland.

JSF
Hillen en Eide spraken ook over de Joint Strike Fighter (JSF). Dit ging zowel over de aanschaf als het onderhoud van de beoogde opvolger van de F-16.

Beide landen vliegen momenteel met F-16-gevechtsvliegtuigen en zoeken daar een opvolger voor.

Samenwerking mariniers
Een andere uitkomst van het overleg is dat de Noren intensiever gaan samenwerken met de Britse en Nederlandse mariniers die al 39 jaar de UK/NL Amphibious Force vormen.

Deze eenheid neemt ook deel aan de oefening Cold Response.

Oefening Cold Response
De ministers Hillen en Eide namen om de internationale samenwerking in de praktijk te aanschouwen een kijkje in het hoofdkwartier van de Noorse krijgsmacht.

Van hieruit worden de meer dan 16.000 militairen van de 15 deelnemende landen aan Cold Response aangestuurd.

Nederland neemt van 14 tot 22 maart deel aan de grote NAVO-oefening Cold Response. De Nederlandse deelname bestaat uit een grote maritieme afvaardiging en eenheden van de andere krijgsmachtdelen.

Namens de marine nemen de Hr. Ms. Rotterdam en het fregat de Hr. Ms. Tromp aan de oefening deel. De Rotterdam traint onder meer op de inzet van na de zomer in de NAVO-operatie Ocean Shield tegen Somalische piraten.

Tot slot brachten beide bewindslieden een bezoek aan de Nederlandse troepen die aan de oefening op Arctisch terrein deelnemen.

Kader Smart Defence
Voor minister Hillen vormt internationale samenwerking de komende jaren een speerpunt van het beleid.

Smart Defence is het principe dat landen die moeten bezuinigen de militaire capaciteiten behouden. Dit kunnen ze doen door de handen ineen te slaan bij de aanschaf van wapens, het trainen van manschappen en onderhoud van materieel.

Minister Hans Hillen zei: “Samenwerken lukt het beste met landen met een vergelijkbare militaire cultuur. Dus zijn de nuchtere Noren natuurlijke partners voor Nederlanders.”

Onlangs sprak de bewindsman in Den Helder ook met België over verdere verdieping van militaire samenwerking.

Hillen en zijn Belgische ambtgenoot Pieter De Crem spraken hierbij onder meer over de gezamenlijke bescherming van het luchtruim, het onderhoud van marineschepen en samenwerking van commando’s.

De Nederlandse krijgsmacht voert grote militaire operaties zelden alleen uit, maar werkt in VN-, NAVO- of EU-verband samen met krijgsmachten van andere landen.

Daarnaast onderhoudt Nederland samenwerkingsverbanden met landen onderling.

Vorige maand herhaalde de Nederlandse Adviesraad Internationale Vraagstukken dat Nederland op Defensie meer moet gaan samenwerken. Dit kan onder meer met België, Duitsland, Noorwegen, Denemarken.

Kaart Noorwegen: CIA
Zie ook:
Nederland en België verdiepen militaire samenwerking
Defensie moet meer samenwerken, extra bezuinigingen niet nodig

zaterdag 3 maart 2012

Nederland en België verdiepen militaire samenwerking

Minister Hans Hillen van Defensie en zijn Belgische ambtgenoot Pieter De Crem hebben deze week over verdere samenwerking van beide krijgsmachten gesproken. Het ging hierbij onder meer om de gezamenlijke bescherming van het luchtruim en samenwerking van commando’s.

De bewindvoerders deden dit tijdens een bezoek aan de Admiraliteit Benelux (ABNL) op de marinebasis in Den Helder, zo meldt een woordvoerder van het Nederlandse ministerie van Defensie.

De Admiraliteit Benelux is het gezamenlijke Belgisch-Luxemburgs-Nederlands marinecommando.

Hillen en De Crem besloten in Den Helder om ook andere samenwerkingsverbanden te onderzoeken.

F-16’s
Als voorbeeld noemden de ministers een samengestelde Quick Reaction Force (QRF) van een Nederlands en een Belgisch F-16-gevechtsvliegtuig voor de bewaking van beide luchtruimen.

De toestellen van de QRF staan 24-uur per dag startklaar om op te stijgen en eventuele vijandelijke toestellen of niet-geïdentificeerde vliegtuigen te onderscheppen.

Verder kwamen onderwerpen aan bod als het samen optrekken bij de vervanging van de F-16.

Commando’s
Nederland en België willen daarnaast de samenwerking van de Belgische paracommando’s en Nederlandse eenheden als commando's en mariniers uitbreiden.

Marine “mooi exportproduct”
Minister Hans Hillen zei: “De Belgisch-Nederlandse marinesamenwerking kent internationaal zijn weerga niet. Dit gebeurt goed en soepel en vergroot onze slagkracht. Het is een mooi exportproduct van beide landen.”

Volgens Defensie ziet minister Hillen internationale samenwerking als één van zijn speerpunten.

Hillen zei verder: “Veel landen willen samenwerken, veel landen hebben plannen, maar Nederland en België doen het ook echt. En deze unieke samenwerking gaan we verder uitbreiden.”

Pooling en sharing
Ook leden van de Belgische en de Nederlandse Kamercommissie voor Defensie kwamen poolshoogte nemen van het concept van pooling & sharing, zoals de marines van Nederland en België dat toepassen.

Zo worden Belgische en Nederlandse marinemensen gezamenlijk opgeleid en het onderhoud van schepen wordt onderling uitbesteed.

Nederlandse mijnenjagers worden onderhouden in het Belgische Zeebrugge en de Belgische M-fregatten in Den Helder.

In het verlengde van deze coöperatie wordt ook in Benelux-verband gesproken over uitbreiding ervan.

Ver gevorderde samenwerking
De Nederlandse en Belgische Marine werken al 15 jaar nauw samen bij de operationele gereedstelling van de vloot. Het gaat hierbij om onderhoud van vaartuigen en de opleiding van personeel.

Verder voeren beide landen een geïntegreerd operationeel commando.

Defensie noemt het “één van de verst gevorderde militaire samenwerkingsverbanden binnen de Europese Unie”.

“Deze wijze van optreden toont aan hoe de militaire coöperatie zich in de 21e eeuw binnen de Europese Unie verder kan ontwikkelen,” aldus Defensie.

Nederland en België varen met dezelfde fregatten en mijnenjagers en zijn beide bezig met de introductie van de NH90-helikopter.

Vorige maand herhaalde de Nederlandse Adviesraad Internationale Vraagstukken dat Nederland op het terrein van Defensie meer moet gaan samenwerken. Dit kan met België, maar ook met Duitsland, Noorwegen en Denemarken.

Zie ook:
Defensie moet meer samenwerken, extra bezuinigingen niet nodig