woensdag 22 februari 2012

Twee militairen Luchtmobiele Brigade naar Burundi voor trainingsmissie ACOTA

Twee soldaten van de Luchtmobiele Brigade zijn naar Burundi in het oosten van Afrika vertrokken. De militairen zullen daar tot half maart de trainingsmissie ACOTA ondersteunen voor Burundese troepen die naar Somalië gaan. Twee militairen Luchtmobiele Brigade naar Burundi voor trainingsmissie ACOTA

maandag 13 februari 2012

Defensie moet meer samenwerken, extra bezuinigingen niet nodig

De Adviesraad Internationale Vraagstukken schrijft aan minister Hans Hillen dat Nederland op defensiegebied meer moet samenwerken met andere landen. Er moeten geen extra bezuinigingen komen op Defensie.

Nederland kan met andere landen manschappen trainen, materieel onderhouden en wapens worden aangeschaft.

Zonder samenwerking lukt het niet om een rol van betekenis te spelen bij internationale conflicten, zo concludeert de Adviesraad (AIV) in het rapport ‘Europese defensiesamenwerking: soevereiniteit en handelingsvermogen’.

Andere conclusies van de Raad zijn dat verregaande defensie-samenwerking in Europa noodzakelijk is “omdat we te afhankelijk zijn van Amerika”. Verder "moeten we niet bang zijn wat soevereiniteit op te geven".

Radio 1 spreekt met Fred van Staden, een van de opstellers van het rapport en tevens lid van de adviesraad.

De Raad adviseert Defensie zich eerst te richten op samenwerking met België en Duitsland. Dit kan onder meer bij de aankoop van gevechtsvliegtuigen.

Ook nauwere samenwerking met Denemarken en Noorwegen, vooral op luchtmachtgebied, behoort tot de mogelijkheden.

De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) is een onafhankelijk adviesorgaan dat de regering en de Staten-Generaal adviseert over het buitenlandse beleid.

Hieronder valt onder meer Europese integratie, rechten van de mens, ontwikkelingssamenwerking en vrede en veiligheid.


Het persbericht van de Adviesraad:

ADVIESRAAD: MEER DEFENSIESAMENWERKING IS BITTERE NOODZAAK
Den Haag, 10 februari 2012

De forse bezuinigingen op de defensie-uitgaven in veel Europese landen sinds het uitbreken van de financiële crisis dwingen tot vergaande vormen van militaire samenwerking. Zo niet, dan kunnen Nederlandse en Europese ambities om een rol van betekenis te spelen in crisissituaties op en nabij het Europese continent niet meer worden verwezenlijkt. De NAVO-operatie in Libië heeft nog eens aangetoond dat Europa ernstige militaire tekortkomingen kent. Deze konden alleen dankzij de militaire hulp van de VS worden ondervangen, maar Amerikaanse steun in soortgelijke conflicten wordt meer en meer onzeker. Nederland kan alleen via nauwe samenwerking met andere nationale krijgsmachten militair handelingsvermogen en daarmee internationale invloed behouden. De besparingen die door Europese defensiesamenwerking kunnen worden gevonden, mogen niet de weg vrijmaken voor nieuwe bezuinigingen op het defensiebudget. Nederland zou in dat geval het risico lopen zich te diskwalificeren als betrouwbare samenwerkingspartner, zo concludeert de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) in het rapport ‘Europese defensiesamenwerking: soevereiniteit en handelingsvermogen’.

De inzetbaarheid van de Nederlandse krijgsmacht is zo afhankelijk geworden van coördinatie en samenwerking met andere landen, dat een strikt juridische benadering van het behoud van exclusieve beslissingsbevoegdheid van de staat niet langer voldoet. Wanneer men soevereiniteit opvat als ‘het vermogen om via extern handelen nationale belangen optimaal te dienen’ dan is nauwere samenwerking in Europees en breder internationaal verband meer dan ooit noodzakelijk om onze belangen veilig te stellen en invloed te verwerven. Zo bezien is het belang van gedeelde Europese soevereiniteit groter dan dat van de nationale soevereiniteit.

Europese veiligheidsstrategie
Vooralsnog ontbreekt het aan een gemeenschappelijke visie op de rol van Europa op het wereldtoneel en op het Europese defensiebelang. Nederland moet zich samen met gelijkgezinde EU-landen sterk maken voor het opstellen van een nieuwe Europese veiligheidsstrategie. Deze strategie moet leidend worden voor de defensie-investeringsplannen van de Europese landen. Aangezien een (substantiële) verhoging van de defensie-uitgaven in de nabije toekomst niet waarschijnlijk is, rest er maar één alternatief: het uitbannen van militaire overschotten in Europees verband, de gezamenlijke aankoop en onderhoud van materieel, het opzetten van gezamenlijke opleidingen en trainingen, het poolen van bestaand militair materieel en afspraken over taakspecialisatie tussen landen.

Bottom-upbenadering
Naast een Europese veiligheidsstrategie en een daarvan afgeleide top-downbenadering is een bottom-upbenadering nodig voor verdieping van bilaterale defensiesamenwerking. Nederland wordt in Europa gezien als voortrekker op dit gebied. Het zwaartepunt van de bilaterale samenwerking voor Nederland ligt bij de Benelux-partners en Duitsland. Een verdieping van de militaire samenwerking met deze landen is gewenst. Zo kunnen de Nederlandse en Belgische marine-eenheden gezamenlijk worden ingezet bij kustwachttaken, mijnenbestrijding en piraterijbestrijding. Ook kan gezamenlijke aankoop, onderhoud en stationering van Nederlandse en Belgische transport- en gevechtsvliegtuigen kostenbesparingen met zich brengen. Voorts kunnen de Nederlandse en Duitse landmacht vergaande stappen zetten op het gebied van gezamenlijke aankoop en onderhoud van materieel en munitie alsmede de gezamenlijke training en opleiding van militairen. Ook nauwere samenwerking met Denemarken en Noorwegen, vooral op luchtmachtgebied, behoort tot de mogelijkheden.

Zie ook:
Bezuinigingen bezorgen ministerie Defensie moeilijk jaar

maandag 6 februari 2012

Militaire oefening Flintlock 2012 in Mali afgeblazen wegens veiligheidssituatie

De autoriteiten van Mali en Amerikaanse organisatoren van de eindoefening Flintlock 2012 hebben om veiligheidsredenen de oefening in het West-Afrikaanse land Mali geannuleerd. De 30 Nederlandse militairen die deel zouden nemen keren daarom vervroegd terug.

Dat heeft een woordvoerder van het Nederlandse ministerie van Defensie maandag gemeld. Aan de afsluitende oefening zouden 2.000 soldaten uit 16 landen deelnemen.

30 Nederlandse mariniers en commando’s waren al sinds 23 januari in Senegal en Burkina Faso in het westen van Afrika om de oefening Flintlock 2012 voor te bereiden.

Doel Flintlock 2012
Tijdens de oefeningen staat voor de Nederlandse troepen het opdoen van kennis van en ervaring met het optreden in het Afrikaanse klimaat en terrein centraal.

De Afrikaanse partners worden getraind in vaardigheden als de uitvoering van verkenningen, het bieden van eerste hulp en het inrichten van controleposten en patrouilleren.

Het was de bedoeling dat de mariniers en commando’s eind februari aan de eindoefening zouden beginnen.

Nu ronden de manschappen samen met Afrikaanse eenheden uit Senegal en Burkina Faso de huidige voorbereidende oefening af en keren ze terug naar Nederland.